
Het cytomegalovirus (CMV) is een lid van de herpesvirusfamilie. Hoewel de meeste mensen CMV voor het leven dragen, worden ze er bijna nooit ziek van. Onderzoekers van het Helmholtz Center for Infection Research en uit de VS hebben nu de langetermijngevolgen van de aanhoudende aanwezigheid van CMV onthuld: later in het leven concentreren steeds meer cellen van het immuunsysteem zich op CMV, en als gevolg daarvan is de respons tegen andere virussen is verzwakt. Deze onderzoeksresultaten helpen verklaren waarom ouderen vaak vatbaarder zijn voor infectieziekten dan jongeren.
De virale immunoloog professor Luka Cicin-Sain, hoofd van de junior onderzoeksgroep "Immune Aging and Chronic Infections" aan de HZI in Braunschweig, Duitsland, en zijn collega's hebben hun ontdekking nu gepubliceerd in het open access tijdschrift PLoS Pathogens. In het artikel beschrijven ze dat muizen zelfs maanden na infectie met CMV nog steeds zwakker reageren op andere virussen zoals het griepvirus.
De meeste volwassenen zijn besmet met CMV, maar deze infectie blijft onopgemerkt. Meestal is dat niet van belang, omdat ze in de overgrote meerderheid van de gevallen niet ziek worden van dit herpesvirus. Alleen voor mensen met een zwak immuunsysteem, zoals ontvangers van organen, AIDS-patiënten of ongeboren baby's die tijdens de zwangerschap zijn geïnfecteerd, is de infectie gevaarlijk. Bij alle anderen wordt het virus latent en blijft het in het lichaam aanwezig, maar wordt het op afstand gehouden door het immuunsysteem. "Bij jonge mensen kan deze blijvende activering van het immuunsysteem zelfs gunstig zijn, omdat een actief immuunsysteem andere infecties snel kan verslaan. Maar een felle kaars brandt sneller op", zegt Cicin-Sain, om te verduidelijken dat de immuunafweer zal verslijten door de jaren heen. Bij ouderen verliest het immuunsysteem zijn functie en de veranderingen die een duidelijk verlies van immuunbescherming met zich meebrengen, worden samenvattend het 'immuunrisicoprofiel' genoemd, kortweg IRP. In verschillende klinische onderzoeken is een verband waargenomen tussen IRP en de aanwezigheid van CMV. Tot nu toe was het echter onduidelijk of IRP een gevolg is van de CMV-infectie of, omgekeerd, de IRP resulteerde in een verhoogde gevoeligheid voor CMV-infectie.
De resultaten van de groep van Cicin-Sain en zijn Amerikaanse collega's van de Oregon He alth and Science University in Portland en van het College of Medicine van de University of Arizona in Tucson tonen aan dat de voortdurende aanwezigheid van CMV bijdraagt aan de veroudering van het immuunsysteem. "Natuurlijk veroudert het immuunsysteem ook zonder CMV", legt Cicin-Sain uit. Anderzijds is CMV een vaste gast die steeds meer aandacht vraagt van de T-cellen, een belangrijke groep afweercellen. Hoe langer de muizen geïnfecteerd waren met CMV, hoe meer van deze cellen zich met het cytomegalovirus bezighielden en ontbraken in de strijd tegen andere pathogenen. Daardoor kon het immuunsysteem van met CMV geïnfecteerde muizen niet goed reageren op andere infecties, bijvoorbeeld op het griep- of het West-Nijlvirus."Wij denken dat het grote aantal CMV-specifieke T-cellen in de lymfeklieren de activering van de overige cellen zal belemmeren", besluit de onderzoeker. Wat de afweer in het jonge organisme versnelde, wordt nu een last in een oud organisme en eist zijn tol. Luka Cicin-Sain denkt wat verder en vat samen: "Onze resultaten laten duidelijk zien hoe belangrijk het zou zijn om een vaccin te ontwikkelen tegen het cytomegalovirus, ondanks de geringe directe impact op de menselijke gezondheid."